Het onderzoek in de Zaire monding en het aangrenzend zeegebied werd uitgevoerd van 19 november tot 12 december 1989. In totaal werden op 57 stations monsters genomen: 32 waterprofielen, 4 waterprofielen + boxcores, 21 boxcores. 47 stations bevonden zich in de rivier en in het estuarium, 10 op de shelf en de open oceaan. Op alle waterstations werd een CTD en op 25 stations ook de in-situ suspensie camera neergelaten. Watermonsters voor gesuspendeerd materiaal (concentratie, deeltjesgrootte, anorganische en organische samenstelling, sporenelementen), voor organische activiteit(flowcytometrie, productie, pigmenten, AT?, AODC), voor isotopen(stabiele C en 0 isotopen, Be-lO, U-reeks) en nutrienten werden genomen met Nisicin- en GoFlo—flessen. Op 15 stations werden ook in totaal 115 monsters van gesuspendeerde grote vlokken in het oppervlaktewater genomen met behulp van duikers. Boxcores werden genomen voor macro- en microfauna, interstitieel water (DOC, Poe,nutrienten, sporenelementen), sediment (sporenelementen, zeldzameaarden, Pb-210, fallout isotopen en Be-la) en AT?. Instrumentele problemen ontstonden voornamelijk ten gevolge van de hoge luchtvochtigheid en temperatuur (tot 100% resp. tot 41°C), maar deze konden worden opgevangen. Het programma is dan ook succesvol verlopen, hetgeen mede mogelijk werd door de zeer nauwkeurige navigatie op de brug, de welwillende medewerking van de Zairese autoriteiten, van wie volledige vrijheid van handelen werd verkregen,en de succesvolle bemiddeling van de Nederlandse Ambassade bij de Zairese regering in Kinshasa. |