In het kader van het Biologisch Monitoring Programma (Colijn & Akkerman, 1990) wordt sinds 1990 door hetCentrum voor Estuariene en Mariene Ecologie van het Nederlands Instituut voor Ecologie te Yerseke, inopdracht van Rijkswaterstaat - Rijksinstituut voor Kust en Zee, van een aantal gebieden in de Westerschelde, de Oosterschelde, het Veerse Meer en het Grevelingenmeer het bodemdierenbestand bepaald.Alle resultaten worden in een database opgeslagen.De globale resultaten van de bemonsteringen in de perioden voorjaar 1990 - voorjaar 2004 zijngerapporteerd door Stikvoort & Brand (1991), Craeymeersch et al. (1992a,b; 1993a,b; 1994a,b,c; 1995a,b,c;1996a,b), Brummelhuis et al. (1997a,b; 1998a,b en 1999a,b) en Sistermans et al. (2000a,b; 2001a,b; 2002a,b; 2003a,b en 2004a,b). In dit rapport worden de resultaten betreffende de najaarsbemonstering in2004 gepresenteerd. De bemonsteringsopzet is in de loop van het project een aantal maal gewijzigd. Voornadere informatie hierover verwijzen we naar Craeymeersch et al. (1993b, 1996a).De tabellen in deze rapportage zijn geproduceerd met BIS, versie 1.11.2, database versie 2005.01. |