Met de oprichting van het Marien Station Oostende (MSO), ondergebracht in vier voormalige pakhuizen op de site van de Halve Maan op de Oostendse oosteroever, beschikt België tegenwoordig opnieuw over een goed uitgerust marien onderzoeksstation aan zee. Dit aan het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) verbonden zeelaboratorium is niet het eerste in zijn soort: in 1843 bezorgde de hoogleraar dierkunde Pierre-Joseph Van Beneden België immers een wereldprimeur door in Oostende het allereerste marien station ter wereld op te richten. In latere jaren riepen ook zijn zoon Edouard Van Beneden en zijn opvolger Gustave Gilson dergelijke instanties in het leven, die beide echter slechts een beperkte levensduur kenden. Het verhaal van deze vroegste mariene stations wordt in onderstaande fiche uitgebreid uit de doeken gedaan, en wordt verder aangevuld met de historiek van het Vlaams Instituut voor de Zee. De geschiedenis van de Belgische mariene stations en het VLIZ zelf zijn immers verbonden met elkaar via de figuur van de dierkundige Gilson. Na een jarenlange campagne voor de oprichting van een door de overheid gefinancierd zeelaboratorium aan de kust, slaagde Gilson er in 1927 immers in om niet louter een station, maar een volwaardig marien instituut te verkrijgen: het Zeewetenschappelijk Instituut (ZWI). Vanwege financiële moeilijkheden moest dit ZWI na veertig jaren uiteindelijk de deuren sluiten, waarna het nalatenschap van de instelling grotendeels opgepikt werd door het in 1970 opgerichte Instituut voor Zeewetenschappelijk Onderzoek (IZWO). Dit IZWO werd uiteindelijk zelf in 1999 opgeslorpt door het VLIZ, dat vandaag de dag nog steeds functioneert als coördinatie-, informatie-, en dataplatform voor marien en kustgebonden onderzoek en beleid in Vlaanderen. |